Al een tijdje hebben we het plan om in juni naar de Bempton Cliffs te gaan. De laatste jaren overzomerde daar steeds een wenkbrauwalbatros, een soort die normaal op en rond de eilanden boven de Zuidpool voorkomt. Daarnaast is het daar een feestje wat vogels betreft. De kliffen zitten vol met broedende jan-van-genten, noordse stormvogels, papegaaiduikers, alken en zeekoeten. Het plan was snel getrokken. We gaan met een groepje van zeven man en twee auto's een weekend die kant op. De veerboot boeken we net van te voren want dat scheelt in de kosten en we hebben meer zekerheid. We wachten in spanning af of de wenkbrauwalbatros weer wordt gemeld, maar dat gebeurt niet helaas. Afijn, zonder wenkbrauwalbatros is het nog steeds de moeite waard. Twee weken voor vertrek wil ik de boot gaan boeken, maar we blijken de pech te hebben dat beide ferrys niet meer varen op de dagen die wij vrij hebben genomen voor dit uitje. Omdat het voor de meeste kortdag is om de vrije dagen om te zetten wat werk of school betreft, moeten we wat anders opzoeken. De meeste haken bijvoorbaat al af, maar ik bedenk me dat ik mijn jaarlijkse vlinderuitje naar de Ardennen nog niet heb gedaan. Samen met Dyderick smeed ik een plan om er toch nog een mooi weekend van te maken.
Het is donderdagochtend 5 uur als we vertrekken. We starten in een natuurgebied net ten zuiden van Monschau. Drie uur en een kwartier rijden geeft de navigatie aan. Het is lekker rustig op de weg, dus iets voor achten stappen we uit op de parkeerplaats. We lopen over een smal paadje langs de beek richting het eerste veld. We hopen daar de eerste vlinders te zien. Omdat het veld nog in de schaduw ligt zoeken we de bloemknoppen af naar rustende vlinders in de hoop dat deze nog onder de dauw zitten. We kijken niet goed genoeg waarschijnlijk want we vinden precies nul vlinders. Dan maar door naar de andere kant van de helling. De weg er naar toe levert ons een waterspreeuw en zwarte ooievaar op, die beide in de beek vertoeven. Twee keer zijn we te laat doordat de macrolens nog op de camera gedraaid is. Van de zwarte ooievaar blijft er niet meer dan een bewijsplaatje over. Wie weet krijgen we op de terugweg weer een kans.
Zwarte ooievaar
De zon heeft op de deze helling al goed zijn werk gedaan, want de eerste vlinders vliegen al in het rond. Ringoogparelmoervlinder en blauwe vuurvlinder zijn nog nieuw voor me, maar we zien ook andere soorten zoals bruine vuurvlinder, bont dikkopje en bruin zandoogje. We vermaken ons een poosje op het veld en wandelen na uur of twee weer rustig naar de auto. Het levert onze eerste rode wouw, een wespendief en een tweede zwarte ooievaar op. Bij de auto aangekomen zit de eerste ooievaar onder de brug te vissen. Hij heeft ons weer eerder door dan wij hem, dus we vissen weer achter het net. Als troostprijsje dan maar een zingende kortsnavelboomkruiper in de bomen boven ons.
Bruine vuurvlinder
Blauwe vuurvlinder
Blauwe vuurvlinder
Ringoogparelmoervlinder
Ringoogparelmoervlinder
Het tweede gebied voor vandaag zijn de hoogvenen van België. Op de eerste plek waar we stoppen zit de rode vuurvlinder, maar we blijken nog net te vroeg in het seizoen, want deze vliegt nog niet. Gelukkig is er genoeg ander moois te zien in de vorm van een kleine barmsijs, goudvinken, orpheusspotvogel, klaverblauwtje, groentje en een handjevol bont dikkopjes. We rijden iets verder het gebied in. Onderweg vermaken we ons steeds met het turven van rode wouwen, zwarte roodstaarten en appelvinken.
Kleine barmsijs (foto vorig jaar op dezelde plek)
Groentje
Groentje
Bont dikkopje
Het is inmiddels al lekker warm aan het worden. Blij toe dat het pad naar onze derde locatie door het bos loopt. Bij de openplekken die er zijn zien we veelal dezelfde soorten vlinders. Blauwe vuurvlinder, bont dikkopje en ringoogparelmoervlinder zijn vaste klant. Er stuiteren enkele voorjaarserebias rond, maar die pijnzen er niet over te gaan zitten. Jammer, want het is wel een nieuwe soort, dus we moeten het doen met een vluchtplaatje als bewijs. Iets verderop zingt een fluiter. Een soort die we graag nog goed op de foto willen zetten. We tijgeren langs een helling omhoog en al gauw hebben we de vogel in het vizier. Een prachtig beestje, die zich met wat geduld goed laat bekijken. We vergeten de tijd, voor we het weten zijn we een half uur verder. Tevreden met het resultaat laten we ons naar beneden rollen en hobbelen we terug naar de auto.
Fluiter
Fluiter
Stop nummer vier is voor de iberische tjiftjaf. Deze zingt al een aantal weken in een gebied in de Hoge Venen. Op het moment dat wij er staan trekt hij zijn snavel niet open, helaas. Dan maar geen iberische tjiftjaf.
We hebben al zo'n 4 uur gereden vandaag, tijd om nog meer te gaan rijden. We rijden naar het plaatsje Durbuy. Een mooie plek waar we een poging gaan wagen voor wat parelmoervlinders. We hopen dat we nog net op tijd zijn wat vliegtijd betreft voor moerasparelmoervlinder en zilvervlek. Een onweersbui is net voorbij als we uitstappen op de desbetreffende parkeerplaats. Het is klam en vochtig, maar vlinders vliegen er genoeg. Onder andere zilveren manen, groot geaderd witjes, een stuk of wat woudparelmoervlinders en enkele geelsprietdikkopjes. We zijn een goed half uur aan het struinen als we overvallen worden door een nieuwe onweersbui. We sprinten terug naar de auto, want de regen komt met bakken uit de hemel. Zo hard heb ik zelden meegemaakt. Meestal is het dan zo weer droog, dus we wachten rustig af. Jammergenoeg blijft de bui lekker hangen. Willen we optijd bij onze slaapplek zijn zullen we wel moeten vertrekken.
Woudparelmoervlinder
Geelsprietdikkopje
Gelukkig rijden we het mooie weer weer in. Vlakbij het appartement is een broedlocatie van bijeneters. Na een vette hap bij de plaatselijke snackbar wagen we een poging. Al gauw vliegen er twee stuks rond. Wat een prachtige soort is het toch! Fotograferen zit er niet echt bij, maar een orpheusspotvogel maakt het goed. We fotograferen nog een rustend klaverblauwtje en taaien voldaan af naar onze slaapplek.
Orpheusspotvogel
Orpheusspotvogel
Bijeneter
Klaverblauwtje
Tegen drie uur 's nachts worden we wakker door het geluid van een roepende vos. Als je dat nog nooit gehoord hebt, zou je het is op moeten zoeken. Daar wordt ik graag voor wakker.
Weer drie uur later vertrekken we vanuit het apartement en zetten we koers richting een prachtig veld, kletsnat van de dauw. We speuren naar vlinders en al snel is het raak. Twee purperstreepparelmoervlinders melden zich als eerste. Het is ideaal om vlinders die onder het dauw zitten te fotograferen, want wegvliegen doen ze niet. Je kunt eindeloos spelen met licht, omgeving en bloem soort. We hebben inmiddels door hoe het moet en al gauw zijn de volgende soorten aan de beurt. Even worden we afgeleid door een wielewaal. Een soortje die je best makkelijk na kan door door hetzelfde riedeltje te fluiten. Zo gezegd zo gedaan en ineens zitten er drie stuks boven in een dode boom. Blijkbaar horen ze geen verschil tussen mij en hun soortgenoten. Andere soorten die intussen tijd voorbij komen zijn kruisbek, zomertortel en kleine bonte specht. Toch leuk!
Purperstreepparelmoervlinder
Purperstreepparelmoervlinder
Wouparelmoervlinder
Groot geaderd witje
Groot geaderd witje
Groot geaderd witje
Groot geaderd witje
Groot geaderd witje
Ringoogparelmoervlinder
Groot geaderd witje met een ietwat onrustige achtergrond.
Wielewaal
De vlinders zijn inmiddels aardig opgewarmt en fladderen al lekker rond. Tijd om naar de volgende plek te gaan dus. Op de grens van België en Frankrijk ligt natuurreservaat Raymond Mayné. Een tof natuurgebied waar onder andere het bloemenblauwtje voorkomt. Door het gebied loopt één pad wat je heen en weer kunt lopen. Het levert ons een kleine parelmoervlinder, kaasjeskruiddikkopje, dambordjes en heideblauwtjes op. Na lang zoeken vinden we een bloemenblauwtje. Helaas vloog deze direct op en raakte we de vlinder uit het oog.
Kalkgraslanddikkopje
Kalkgraslanddikkopje
Dambordje
Adderwortel
Adderwortel
Hondskruid
Zwartblauwe rapunzel
Een wandeling in een gebied zo'n half uur verderop levert een aantal mooie dingen op. Doordat het gebied lekker open is zijn er veel roofvogels waaronder rode en zwarte wouwen te vinden. In een struweeltje zingen een grauwe gors en wat geelgorzen en met wat geduld duikt er steeds een man grauwe klauwier op op één van de paaltjes in het land. In een bloemen veld vliegen flink wat veldparelmoervlinders. Al met al geen verkeerde stop!
Veldparelmoervlinder
Veldparelmoervlinder
Grauwe gors
Grauwe klauwier
We zetten koers richting onze slaapplek in Frankrijk. Onderweg maken we een noodstop omdat er een rode wouw pal naast de auto in de berm duikt. M'n macrolens zit nog op de camera, dus ik verspil deze geweldige show door van lens te wisselen. Ik moet het doen met enkel een vliegplaatje.
Rode wouw
Nog een stop dan maar in de hoop dat in dit gebied nog wel een zilvervlek vliegt. Helaas blijken ze hier ook al niet meer te vliegen. Pruimenpages vliegen er des te meer, gevolgd door wat braamparelmoervlinders.
Pruimenpage
Aangekomen in Frankrijk worden we ontvangen door twee vriendelijke hoteleigenaars. Ze wijzen ons de kamer voor de komende nacht. We frissen ons wat op en eten wat op een terrasje in de buurt. Ditmaal staat er kebab op het menu.
We hebben nog ruim drie uur over voor het donker wordt. Het is nog steeds erg warm, dus het lijkt ons een perfect plan om wat af te koelen in een beekje. Dat doen we onder het genot van een paartje waterspreeuwen en twee ruziënde zwarten spechten. Het kan erger!
Waterspreeuw
Het laatste uurtje voor het donker wordt vermaken we ons met het zoeken van vlinders op hun slaapplek, zodat we deze morgenochtend kunnen fotograferen. Eindstand van de avond: 0. Dat beloofd wat voor morgen. We worden afgeleid door een leuke hond, die kennelijk weggelopen is van huis. We zijn al snel dikke maatjes en voor we het weten loopt het beestje mee naar de auto en springt zo op de achterbank. Gelukkig heeft het hondje een halsband om waar haar adres op staat en voelen we ons genoodzaakt het dier weer bij haar baasjes af te leveren. Die zijn zich van geen kwaad bewust als we aanbellen, maar zijn maar wat blij dat het beestje weer terecht is. We sluiten de avond af op het terras tegenover onze overnachtingsplek.
De laatste dag is alweer aangebroken. Het beloofd wederom een warme dag te worden. We starten op een veld bij Viroinval. Ook daar zien we weinig rustende vlinders, maar wel een prachtig adonisblauwtje. Tijdens de koffiepauze genieten we van een paartje grauwe klauwier, een soort die nooit verveelt. We zetten onze weg voort naar Fondry des Chien. Een prachtige kloof vol met muurhagedissen en rotsvlinders.
Foundry des chiéns, mijn favoriete plek
Adonisblauwtje
Dwergblauwtje
Hooibeestje
Vliegenorchis
Purperorchis
Muurhagedis
Muurhagedis
Rotsvlinder
Iets verderop is er een mooie helling, waar we ook nog een kijkje willen nemen. Op deze helling nog best veel soorten vlinders in vergelijking met de voorgaande gebieden. Helaas laten de gehoopte koningspage en sleutelbloemvlinder zich niet zien. Het is inmiddels een uurtje of elf en een graad of dertig. Gaan we nog door, of taaien we ĺekker af en rijden we op ons gemak naar huis? De cirlgors, die al enkele weken wordt gemeld is de laatste vier dagen niet meer gezien, dus die zal wel vertokken zijn. We kiezen voor optie twee en houden het voor gezien. Thuis aangekomen blijkt de cirlgors toch weer gemeld. Hebben wij weer, zijn we 5 minuten rijden van een vette soort vandaan, zijn we te lui om even te kijken. Een les voor de volgende keer dus. Maargoed, ik mag niet klagen. We hebben een paar prachtige en gezellige dagen gehad, met veel mooie soorten vogels, vlinders en planten. Ik heb er van genoten en zou het volgend jaar zeker weer doen!
Grauwe klauwier
Groot geaderd witje
Zwarte roodstaart
Vals witje
Comments